Bandenspanning controleren

Bandenspanning controleren

Het is van belang dat je met regelmaat uw bandenspanning controleert. Autobanden met een lage bandenspanning slijten sneller en het zorgt voor oververhitting van de banden. Autobanden met een hoge spanning zorgt ook voor snellere slijtage van het midden van het loopvlak. Ga dus veilig de weg op met een juiste bandenspanning. Met een juiste bandenspanning zorg je voor een optimale remweg en stabiele wegligging en daardoor spaar je op je brandstofverbruik. Dus zo rij je een stuk veiliger en verbruik je minder brandstof. Of dat je nu op zomerbanden, winterbanden of all season banden rijdt.


Wat is de juiste bandenspanning?

Voor elke auto heeft de fabrikant vastgesteld met welke bandenmaat die is uitgevoerd en hoeveel bandenspanning erbij past. Bandenspanning kan per automerk, model, type of bandenmaat anders zijn. Voor personenauto’s kan dit variëren van 1,8 tot circa 3,2 bar. Bandenspanning voor jou auto kan je terug vinden in het instructieboekje van je auto, in het tankklepje of op de sticker aan de deurstijl van de bestuurderskant (of op de achterkant van de zonneklep of in het handschoenkastje. De bandenspanning moet per as identiek zijn. Het kan wel zijn dat de gewenste spanning van de voorbanden verschilt met die van de achterbanden.

Het advies is om de bandenspanning van je winterbanden 0,2 bar hoger te doen dan je zomerbanden. 


Hoe vaak moet je je bandenspanning controleren?

Het is belangrijk dat je met regelmaat je bandenspanning controleert. Wij adviseren om dit periodiek te doen, om de maand. Doordat rubber doorlaatbaar materiaal is en door de overdruk in de band ten opzichte van de buitenlucht, loopt elke band altijd langzaam leeg ( circa 2 a 5% per maand). Het is verstandig om de bandenspanning te controleren wanneer de banden koud zijn, voor een realistischer meting. Bandenspanning kan je controleren bij bijvoorbeeld een tankstation. 


Hoe stel je zelf je banden op spanning?

Stap 1: Ga opzoek naar de juiste bandenspanning. 

Stap 2: Schroef het dopje van het ventiel. Meet de spanning, wanneer de banden koud zijn. 

Stap 3: Zet de meter van de pomp op de juiste spanning. Houd het mondstuk recht op het profiel, let op dat het ventiel niet afbreekt. 

Stap 4: Ga door tot dat de banden de juiste bandenspanning heeft bereikt. Meestal hoor je dan een signaal. 

Stap 5: Controleer of dat de ventieldopjes nog goed zijn. Draai na het meten deze dan weer stevig op. Herhaal dit om de vier weken.